Bij ons op school begint elke les met vijf minuten lezen, soms iets langer. Je leest in stilte een boek dat je zelf hebt uitgekozen. Dat kan een roman zijn, maar ook een boek over vulkanen, ontdekkingsreizen of het heelal. Je begint de les dus ontspannen en dat is mooi meegenomen.
Lezen vergroot je woordenschat, zorgt ervoor dat je beter kunt schrijven en spellen. En: het vergroot je kennis van de wereld en van de vakken die je op school krijgt. Lezen helpt je dus vooruit, op de korte termijn maar ook op de lange termijn. Het blijkt dat mensen die veel lezen later beter terecht komen.
Lezen ontspant ook en brengt je naar plekken, gedachten en levens die anders voor je verborgen zouden blijven. Het verbreedt je horizon en stimuleert je verbeelding. Dat is op zichzelf al prettig, maar je kunt er later ook in je werk en in het gewone leven je voordeel mee doen. Lezen brengt je verder.
We werken op school met een handige taalkaart. Op dit A5'je staat de uitleg van de werkwoordspelling (schrijf ik een d of een t?) en er staan tips op om de meest voorkomende taalfouten op school te voorkomen. Je mag de taalkaart gebruiken tijdens het maken van toetsen of opdrachten. Niet alleen bij Nederlands, want het is bij alle vakken belangrijk om goed op je taal te letten!